Wat je ziet, ben je zelf
We denken vaak dat we de wereld simpelweg waarnemen zoals die is. Dat onze zintuigen een soort ramen zijn, waardoor we naar buiten kijken en zien wat er is. Maar wie beter kijkt, merkt al snel dat het raam zelf gekleurd is – door herinneringen, overtuigingen, stemming, en zelfs het lichaam waarin we wonen. “Wat je ziet, ben je zelf” is geen poëtische overdrijving, maar een fundamentele waarheid over menselijke waarneming. In dit stukje verkennen we hoe de werkelijkheid niet op zichzelf staat, maar altijd samenvalt met de waarnemer – met jou dus.
De illusie van objectiviteit
Op school leer je dat een appel rood is, zuur of zoet, een vrucht. Dat klinkt objectief, maar zelfs zulke alledaagse begrippen zitten vol interpretatie. Rood is een kleur die alleen bestaat als er een oog is om hem te zien. Zuur bestaat pas als er een tong is die het proeft. En de categorie ‘vrucht’ is een menselijke indeling in een wereld die op zichzelf geen etiketten draagt.
Wat we waarnemen is niet de wereld op zich, maar een interpretatie ervan – een soort vertaling die plaatsvindt in ons brein, op basis van wat we verwachten, hopen of vrezen te zien. De wetenschap ondersteunt dit steeds sterker. Neurowetenschappers stellen tegenwoordig dat het brein eerder een voorspellingsmachine is dan een passieve ontvanger van zintuiglijke input. Met andere woorden: je ziet niet wat er is, maar wat je brein denkt dat er zal zijn.
Jij maakt de wereld (mee)
Dat klinkt misschien zweverig, maar het is buitengewoon praktisch. Wie ooit verliefd is geweest, weet dat de hele wereld dan mee verandert. De lucht lijkt blauwer, mensen vriendelijker, muziek betekenisvoller. Niet omdat de wereld objectief veranderd is – maar omdat jij veranderd bent. En die verandering werpt z’n licht op alles wat je ziet.
Hetzelfde geldt voor donkere gemoedstoestanden. In tijden van stress of verdriet kan alles grauw lijken. Mensen lijken afstandelijker, de toekomst dreigender. Niet omdat ze werkelijk veranderd zijn, maar omdat jouw blik op dat moment iets anders weerspiegelt.
Wat je ziet, ben je zelf.
Filosofische echo’s
Deze gedachte is niet nieuw. In de fenomenologie – een stroming binnen de filosofie die de ervaring centraal stelt – stelde Husserl dat je niet om je eigen waarneming heen kunt. De wereld verschijnt altijd voor iemand, vanuit een bepaald gezichtspunt. Merleau-Ponty ging nog verder: het lichaam is geen object in de wereld, maar eerder het kanaal waardoor de wereld verschijnt.
Ook in oosterse filosofieën vinden we deze gedachte terug. In het boeddhisme wordt de wereld gezien als maya – een illusie, niet in de zin dat ze niet bestaat, maar dat ze niet losstaat van degene die haar beleeft. De wereld is als een spiegel, en jij bent degene die erin kijkt. Wat je terugziet, hangt af van wie er kijkt – en hoe.
Waarom dit ertoe doet
Als de wereld mede gevormd wordt door wie kijkt, dan ligt daar ook een enorme kracht. Het betekent dat je je ervaring kunt beïnvloeden door jezelf beter te leren kennen. Dat groei en bewustzijn niet alleen innerlijke processen zijn, maar ook de wereld buiten je veranderen – omdat je anders gaat kijken, en dus iets anders gaat zien.
Het betekent ook dat oordeel altijd dubbelzinnig is: wat je veroordeelt in een ander, raakt vaak aan iets in jezelf. Wat je bewondert in iemand anders, vertelt iets over je eigen verlangens of potentieel. “Wat je ziet, ben je zelf” is dus ook een uitnodiging tot mildheid – voor jezelf én voor anderen.
Tot slot
De wereld op zich is misschien nooit helemaal kenbaar. Maar de wereld zoals jij haar ervaart – die is diep verbonden met jou. En dus: hoe beter je jezelf leert kennen, hoe helderder de wereld wordt. Niet omdat die verandert, maar omdat jij anders kijkt.
En dat is misschien wel het begin van echte verandering.